Blijf op de hoogte van het nieuws
Recent startte POM Limburg de laatste onderhandelingsronde op voor de ontwikkeling van Nieuwe Bunders, een toekomstig bedrijventerrein van 74 hectare in Maasmechelen. Eind januari verkreeg POM de onteigeningsmachtiging voor de laatste percelen van Vlaams minister van Binnenlands Bestuur Bart Somers. Die werd ondertussen aan alle eigenaars bezorgd. De private ontwikkelaar plant de aanvraag voor een bouwvergunning op korte termijn.
POM-voorzitter Tom Vandeput: “De verdere ontwikkeling van het terrein zou zo’n 1.000 nieuwe jobs kunnen creëren.”
In 2015 maakte POM Limburg een masterplan op rond de ontwikkelingsmogelijkheden van Nieuwe Bunders. Dat mondde in 2019 uit tot een samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeente Maasmechelen, POM, LRM en een private ontwikkelaar. Elke partner neemt specifieke taken op. POM staat in voor de verwerving van de gronden, de onteigeningsprocedure en de projectopvolging van plan tot realisatie.
Gedeputeerde voor Economie en voorzitter van POM Limburg Tom Vandeput: “Om economisch te kunnen versnellen, is ruimte voor bedrijvigheid een belangrijke voorwaarde. De ontwikkeling en vernieuwing van kwaliteitsvolle bedrijfsterreinen is dan ook één van onze prioriteiten.”
Vooruitgang boeken
De onteigeningsprocedure is ingezet, dus er kan nu vooruitgang geboekt worden in het dossier. De privéontwikkelaar plant dan ook de bouwvergunningsaanvraag op korte termijn. De effectieve ontwikkeling en realisatie ligt in zijn handen.
Tom Vandeput: “De ambitie is om minstens één grote speler aan te trekken, en 1.000 nieuwe jobs te creëren. Een belangrijke economische ontwikkelingskans voor Limburg.”
Ligging als grote troef
Nieuwe Bunders is zo’n 74 hectare groot, en ligt tegenover het bestaande bedrijventerrein Oude Bunders aan de Rijksweg, vlakbij het op- en afrittencomplex van de E314. Een bijzonder strategische locatie.
Voorzitter Tom Vandeput: “De centrale ligging is één van de grote troeven van het terrein. Dankzij de nabijheid van de E314 zijn er directe verbindingen naar de rest van Vlaanderen, Nederlands Limburg en het Duitse Ruhrgebied. Dat biedt tal van mogelijkheden.”
